In Kimswerd, niet ver van de Waddenzee, staan de kassen van Jochum de Boer en zijn vrouw Paulien.
Alle groenten worden biologisch verbouwd in een zogenaamde koude kas. Dit betekent dat er geen kunstmatig licht en kunstmatige verwarming wordt gebruikt. Ook wordt in de kas een bijzondere manier van bemesten toegepast. Alles in de kas is erop gericht dat de groenten op een zo duurzaam mogelijke manier worden gekweekt. Er wordt op verschillende manieren bemest: met koemest, compost van eigen gewasresten, kippenmest van eigen kippen, luzernekorrels en wormencompost als meststof. Op deze manier wordt evenwicht gecreëerd. Jochum de Boer voedt niet alleen de planten, maar ook het bodemleven. Het bodemleven is zo belangrijk omdat voldoende leven de bodem gezond maakt. Bij te weinig leven is er ruimte voor ziekten en plagen om toe te slaan.
De term evenwicht speelt een grote rol in de manier van produceren van Jochum. Er wordt op allerlei natuurlijke manieren geprobeerd om plagen te voorkomen. Zo wordt geprobeerd de plaaginsecten als luis, trips, witte vlieg en de spint tegen te gaan met hun natuurlijke vijanden, zoals de gaasvlieg, het lieveheersbeestje, de orius, roofmijt en de sluipwesp. Deze manier van bestrijden werkt prima, zolang er altijd maar iets groeit in de kas. Daarnaast worden altijd meerdere gewassen in de kas geteeld. Door nooit ‘op één paard te wedden’ blijven eventuele plagen altijd beperkt. Ook het niet het hele jaar rond kweken van gewassen kan plagen tegengaan.